Zelfvertrouwen

Het is zover. Je voelt je hart bonzen in je keel. Trillend en met klotsende oksels stap je het podium op, er zeker van dat je een afgang tegemoet gaat. En voor de zoveelste keer vraag je jezelf af waarom je jezelf dit toch aan doet.

Herkenbaar? Dat zal het voor veel muzikanten en sprekers zijn! Maar hoe werkt podiumangst nou precies? En waarom hebben we er bijna allemaal in meer of mindere mate last van?

​

Eigenlijk vertelt de situatie die ik schets al wat er gebeurt: Je gaat iets doen wat je spannend vindt en hebt vervolgens je lichaam niet meer volledig in de hand, en je brein ook niet. Het lijkt alsof je zelf niet meer de kapitein op het schip bent, maar alsof je stuurloos ronddobbert, klaar om op een rotspartij te pletter te slaan. 

​

Dat ons lichaam en onze geest reageren zoals ze doen, komt door de amygdala, ook wel het oerbrein genoemd: Het is het gedeelte van je hersenen dat nog steeds is geprogrammeerd zoals dat nodig was in de oertijd. Het kent 3 opties bij gevaar: Vechten, vluchten en bevriezen. Hartstikke handig op het moment dat er een sabeltandtijger op je af rent terwijl jij druk aan het jagen of verzamelen bent, maar misschien ietwat overdreven als je alleen maar hoeft te praten voor een groepje mensen...Je zou dus kunnen stellen dat de angst die je ervaart wel degelijk echt is, maar niet gebaseerd op een reëel gevaar.  En als je dat eenmaal weet, kun je invloed uit gaan oefenen op je primaire reacties. En ja, dan is het soms nog steeds spannend op dat podium. Maar jij blijft aan het roer staan van het schip.

​

Ok, maar hoe doe ik dat dan? hoor ik je denken. Een grote stap die je kunt zetten is hoe je denkt over de situatie.

Angst zit veelal geworteld in negatieve gedachten. Die creëeren een gevoel, en vervolgens gedrag en vaak ook nog een fysieke reactie. Tijd om je gedachten onder de loep te nemen dus! Ik heb alvast twee oefeningen voor je, waarmee je jezelf daarin een stukje op weg kunt helpen. 

​

​

Oefening 1

Neem eens een gedachte in je hoofd die je hebt als je moet optreden, en die je belemmert. Bijvoorbeeld: "Ze vinden me vast waardeloos"

Stel jezelf dan de volgende vragen:

​

1. Is het waar?

2. Weet ik heel zeker dat het waar is? (en wees even bloedje eerlijk. Je kunt bijvoorbeeld niet in iemand anders z'n hoofd kijken. Weet ik écht wat iemand denkt?)

3. Wie ben ik als ik deze gedachte geloof?

4. Wie zou ik zijn zónder deze gedachte?

​

Je zult merken dat wanneer je je oprecht afvraagt of iets waar is, het antwoord meestal nee is. En dat er ongelofelijke vrijheid en plezier schuilt in het loslaten van zo'n gedachte!

​

Oefening 2

Stel een nieuwe, positieve gedachte tegenover de gedachte die je in de weg zit. Bijvoorbeeld:

Ze vinden me waardeloos. Dat wordt: Iedereen gunt me dat het lukt

Of: Ik mag niet trillen of rood worden. Dat wordt: Iedereen snapt dat het spannend is en vindt me dapper dat ik er sta.

​

Voel je wat een verschil dat maakt?

​

​